‘De gemeente heeft een belangrijke verantwoordelijkheid in het sociaal domein. Dat vraagt om een stevige regierol. Wij pakken onze verantwoordelijkheid’ schrijft het college in het beleidskader Sociaal Domein.

De kaders die het College heeft vastgesteld voor het Sociaal Domein zijn duidelijk. Bestaanszekerheid, een fijne buurt, kansen krijgen, je ontwikkelen, gezondheid en geluk. De inwoner centraal. Iedereen tekent daarvoor.

Echter, de werkelijkheid zal weerbarstig zijn en dat wordt ook door het College erkend. Het grootste struikelblok is volgens de fractie van GroenLinks om juist die mensen te vinden die zijn verscholen en achtergesteld in de maatschappij. De mensen die noodgedwongen veel in huis zijn en niet het sociale netwerk hebben. De mensen die “er niet toe doen”. Het kader is goed, nu nog genoeg mensen voor de uitvoering en de financiële onderbouwing. Dat is de spagaat waar het College in zit. 

De verdeling van de gelden bestemd voor het Sociaal Domein en dat waar het College verantwoordelijkheid voor wil nemen worden weergegeven door de tekst uit het hoofdlijnenakkoord van onze nieuwe regering. Daar is helaas weinig GroenLinks aan. Uit het gehele hoofdlijnenakkoord lees ik alle teksten voor die gaan over mensen die ziek zijn of niet kunnen werken, de mensen die kwetsbaar zijn in de maatschappij. Zoals bekend bestaat het hoofdlijnenakkoord uit 26 pagina’s. 

‘1. Bestaanszekerheid en koopkracht

Toch zijn veel Nederlanders juist bezorgd geworden over hun toekomst. Ze zijn onzeker over hun dagelijks bestaan en hun levensonderhoud, maar ook over de kosten van basisbehoeften (voedsel, wonen, energie) en de zekerheid daarvan op middellange termijn. Het gaat om de hoogte van het inkomen, om de inkomenszekerheid, maar ook om de toegankelijkheid en beschikbaarheid van wonen, zorg en onderwijs. Deze zorgen leven niet alleen bij mensen met een lager inkomen. Daar komt bij dat inkomensondersteunende regelingen van de landelijke en gemeentelijke overheid, zoals de toeslagen, te ingewikkeld zijn of tegen elkaar inwerken. Vooral voor mensen die kwetsbaar zijn, is dit geheel moeilijk te doorgronden. Maatregelen die gericht zijn op zekerheid en tegelijkertijd (kinder-)armoede in Nederland voorkomen. Het nieuwe kabinet streeft er dan ook naar om de (kinder-)armoedecijfers niet uit te laten komen boven het referentiejaar 2024 (hoger kindgebondenbudget 300 miljoen).

Voor inkomen, koopkracht en zorg gaat het om: 

  • Een knelpuntenaanpak voor specifieke groepen onder het bestaansminimum, onder wie werkende armen. (Jaarlijks 237 miljoen uit budgettaire uitwerking hoofdlijnenakkoord.)
  • Meer dan halveren van het eigen risico in de zorg tot het niveau van 165 euro in 2027.
  • De verbetering van (gemeentelijke) schuldhulpverlening wordt doorgezet, met focus op aanpak van de problematiek bij de bron.’ 

Dat is het.   

Voor de gemeente Doetinchem zijn alleen al de CAO loonstijgingen een enorme extra kostenpost. Laborijn moet de zorg al afschalen, minder jobcoaching, minder inburgering, minder ondersteuning voor uitkeringsgerechtigden, minder deelname aan werk en de samenleving. De extra kosten zijn ongeveer 485.000 euro.

Het kernpunt van ons betoog: Wij erkennen dat er ook in Doetinchem noodzakelijk jaarlijks veel geld naar het sociaal domein gaat (130 miljoen). Wij erkennen ook dat door welke maatregelen dan ook er misschien minder geld naartoe kan of moet, maar wij spreken onze angst uit waar wij in Nederland voor gekozen hebben in november 2023.

Een keiharde tweedeling in onze maatschappij. Mensen die ziek zijn, niet kunnen werken of er niet bij horen. Wij zijn bang dat onze gemeente straks geen knoppen heeft om aan te draaien, en wij vrezen daarom nog meer bezuinigingen en versoberingen in het Sociaal Domein door de ijskoude wind die uit Den Haag komt.               

De gemeente heeft een belangrijke verantwoordelijkheid in het sociaal domein. Dat vraagt om een stevige regierol. Het College pakt zijn verantwoordelijkheid. GroenLinks hoopt echt dat het lukt met de Doetinchemse aanpak en met voldoende geld uit Den Haag.