De structuurschets van de spoorzone is wat ons betreft een voorbeeld van een droombeeld. En een droom heeft altijd twee kanten. Aan de ene kant kunnen we de toekomst van de spoorzone inbeelden en in dit geval ook uitbeelden als de rooskleurige utopia die het zou kunnen zijn. Het plaatje schetst tot in detail hoe het leven in de perfecte entree van Doetinchem eruit zou zien. Met voldoende groen, werkgelegenheid, goede bereikbaarheid en verbondenheid voor iedereen. Een plek waar asielzoekers zich veilig kunnen voelen in een tijd waar dat dringend nodig is. Alleen nog het Slingeland Ziekenhuis en het zou ideaal zijn. 

De andere kant van een droom is dat het niet echt is, dat het nog niet vaststaat. Hoe positief wij ook zijn over de voorgestelde plannen, er zijn gevestigde bedrijven en belanghebbenden die flink moeten inleveren als de gemeente het plan wil uitvoeren. Dan is het ook niet onbegrijpelijk dat bedrijfseigenaren zich zorgen maken over hun bestaansrecht in dit gebied. 
Echter, hoe gegrond deze zorgen ook zijn en met alle respect voor de bedrijven, de structuurschets ligt er om een reden. Er zijn ontwikkelingen nodig in de spoorzone. Voor het groen, voor de asielzoekers, voor 2036 en Doetinchem als centrum van de Achterhoek. In deze tijd kunnen we ons niet meer laten overtuigen om tekort te doen aan het algemene belang, voor de belangen van de rijken. 

De kaarten zijn niet in beton gegoten, maar ze geven wel de waarheid weer.  We zullen met creatieve, innovatieve, goede alternatieven moeten komen voor de gevestigde bedrijven. Want als we de beste oplossing willen, dan moet het anders. Dus wat GroenLinks betreft hoort de kaart van 2050 bij de toekomst van Doetinchem. En dan kunnen we misschien zelfs deze keer een droom waarmaken.