De uitkerende en naar werk begeleidende instantie Laborijn is de afgelopen maanden veel in het nieuws geweest. De laatste raadsvergadering voor het zomerreces, hebben we gedebatteerd over decliëntbejegening van Laborijn, naar aanleiding van het onderzoeksrapport van bureau Berenschot. Laat ik namens GroenLinks voorop stellen dat iedereen recht heeft op een fatsoenlijke en respectvolle bejegening. Of je nu een uitkering ontvangt, in de winkel staat, achter de balie bij Laborijn, of hier in de raadzaal, je dient elkaar met fatsoen te bejegenen. Dat heet beschaving.
Eerst de maatschappelijke context van Laborijn. Ons land maakt sinds een aantal jaren een verandering mee sinds het ontstaan van de verzorgingsstaat, die z’n weerga niet kent. We zijn sinds 2015 veranderd van een verzorgingsstaat in een participatiesamenleving. Uitmondend in ondermeer de participatiewet, uitgevoerd door Laborijn. Dat betekent voor Laborijn meer werk, voor minder geld en daardoor onvoldoende medewerkers. Eigen regie, zelfredzaamheid en iedereen moet meedoen, zijn gevierde termen en worden niet alleen door de bedenkers zelf, maar ook enthousiast door de politiek van links tot rechts uitgedragen. Het rijk bedacht onder aanvoering van staatssecretaris Jette Klijnsma de tegenprestatie. Via de tegenprestatie werd dwang en drang geïntroduceerd om mensen te activeren. Overigens is in Doetinchem, in tegenstelling tot de wettelijke verplichting met deze tegenprestatie juist soepeler om gegaan.
De taken en de cliëntenvan Laborijn zijn in vergaande mate veranderd. Naast de reguliere uitkeringsgerechtigden is er een groep bij gekomen die tot voor kort nog gezien werd als arbeidsongeschikt. Mensen met fysieke aandoeningen, maar ook met een verstandelijke beperking, psychiatrische aandoeningen of een combinatie, ook wel in relatie met drugs- en alcoholverslaving. Onder het mom van ‘iedereen doet mee’. Laborijn is precies in die periode ontstaan door een fusie. We hadden als lokale politiek bedacht, mede uit het oogpunt van efficiëntie, dat het goed zou zijn dat de afdeling Werk en Inkomen van de gemeente Doetinchem met die van Oude IJsselstreek, Aalten en voor een deel ook Montferland samen zouden gaan. Ook dat heeft een flinke wissel getrokken op de organisatie en medewerkers. Ondertussen moest het werk, inclusief de veranderingen doorgaan.
Dan het onderzoek van Berenschot. Het gevoel afhankelijk te zijn van een ander, zeker als het om je bestaanszekerheid gaat is niet fijn. Als daar ook nog eens onheuse bejegening bijkomt door degene van wie je afhankelijk bent, dan is dat afschuwelijk. Dat moet stoppen. Cliëntenzijn hier rechtstreeks de dupe van, maar ook collega’s die hier op aangekeken worden. Het college heeft aangegeven met de uitkomsten van dit onderzoek zo snel mogelijk en voortvarend aan de slag te gaan. En dat is precies wat GroenLinks van dit college verwacht. Correcte cliëntbejegening, waarbij wat betreft GroenLinks niet de procedures maar het resultaat voorop staat.