Inhoud: verkoop aandelen waterbedrijf, waterplan, opvoedingsondersteuning, stadsvisie, een digitaal web voor Doetinchem, gemeentelijke herindeling, afscheid van Frans.
Verkoop aandelen waterbedrijf
Een van de onderwerpen op de laatste raadsagenda was de verkoop van de aandelen die de gemeente heeft in het Waterbedrijf Gelderland. De NUON wilde die aandelen graag overnemen en had een bod uitgebracht. Maar de gemeenteraad vindt, net als het college, dat water in publieke handen moet blijven. Een lijn die aansluit op de visie van minister Pronk en die ook door de Provinciale Staten van Gelderland wordt gevolgd. Wel gaven verschillende fracties aan dat water meer is dan alleen drinkwater. Afvalwater en oppervlaktewater horen bij dezelfde keten en zouden eigenlijk in samenhang moeten worden bekeken.
Waterplan
Voor ons was dat aanleiding om een plan van vijf jaar geleden nog eens aan de orde te stellen. Kort gezegd kwam dat plan (onder de naam waterspoor) erop neer dat het watergebruik gekoppeld werd aan de rioolheffing. Op die manier zou het aantrekkelijk worden om zuinig te zijn met water. Overigens een idee afkomstig van het Waterbedrijf (destijds WOG) zelf. Een aantal omliggende gemeenten voerden het in. Ondanks steun van de PvdA en D’66 lukte dat hier niet.
Misschien dat de aandacht, die er op dit moment is voor het totale waterpakket, leidt tot meer draagvlak voor een soort waterspoor. Wethouder Ans Jenniskens beloofde in elk geval dat ze zou werken aan een integraal waterplan.
Opvoedingsondersteuning
Ongeveer tien jaar geleden bleek uit een onderzoek in de wijk Noord dat er behoefte was aan laagdrempelige begeleiding bij de opvoeding van kinderen. Gelderse Stichting Jeugdhulpverlening Lindenhout stelde daarop een aantal uren beschikbaar voor opvoedingsondersteuning in de wijk en de gemeente was daar erg blij mee. Na drie jaar liep de financiering voor dit project echter af en zo kreeg de gemeente eind 1996 het verzoek om het op eigen kosten voort te zetten. Hoewel deze voorziening zijn nut ruimschoots had bewezen, besloot de gemeente dat niet te doen. Wel gaf men toe dat opvoedingsondersteuning in het toekomstige lokaal onderwijsbeleid een plek zou moeten krijgen.
Inmiddels krijgt dat laatste steeds meer vorm en is er, ook op aandringen vanuit het onderwijs en de Stichting Welzijn Doetinchem, nu toch een voorstel gekomen om deze belangrijke voorziening weer in te voeren.
Stadsvisie
Al eerder schreven we in het fractiebericht over de stadsvisie die Doetinchem bij de provincie heeft ingediend. Daarmee hoopt de gemeente in aanmerking te komen voor geld uit een speciale Stedenpot.
Voorwaarde daarvoor is dat er bij de plannen en projecten uit de stadsvisie een evenwicht moet zijn tussen de fysieke, economische en sociale kant ervan. Het gaat dus niet alleen om grote bouwprojecten. De plannen moeten ook gericht zijn op verbetering van onze economische positie. Bovendien heeft de provincie aangegeven bij de beoordeling de sociale component zwaar te laten wegen.
Intussen heeft het college een prioriteitenlijstje naar de raad gestuurd. Daarop staan Hamburgerbroek, Theaterkwartier, Oostelijke Randweg en het Wijkontwikkelingsplan Oosseld met stip bovenaan. Op het laatste na zijn dat niet direct de eerste projecten waar je aan denkt met de hierboven geschetste evenwichtige benadering in het achterhoofd.
Daarom heeft René in de commissie Algemeen Bestuur gezegd dat wij het gevoel hebben dat de Stadsvisie gebruikt wordt om geld van de provincie binnen te krijgen voor een aantal gemeentelijke stokpaardjes waarbij het sociale aspect nauwelijks een rol speelt. In onze ogen zouden verbetering van het openbaar vervoer in de hele regio en clustering van winkel- en onderwijs- en zorgvoorzieningen in de wijken de leefbaarheid meer verhogen dan de aanleg van een randweg tussen twee wijken in.
Een Digitaal Web voor Doetinchem
Er is nog een project dat het college via de Stadsvisie wil realiseren. Dat is het plan voor een digitaal platform waarop plaatselijke en regionale instellingen en bedrijven hun kennis en activiteiten op het gebied van Informatie- en Communicatietechnologie bij elkaar brengen. De bedoeling is dat daaruit een digitale infrastructuur ontstaat waarlangs allerlei diensten worden aangeboden.
Nu klinkt dat natuurlijk allemaal erg mooi en bijdetijds, maar tijdens de behandeling in de commissie Onderwijs bleken alle fracties moeite te hebben met het voorstel.
Voor GroenLinks is het bijvoorbeeld zeer de vraag of het wel een taak van de gemeente is om een dergelijk platform op te zetten. Als het bedrijfsleven zoiets nodig vindt, kunnen ze dat vast zelf wel regelen. Instellingen zouden dan daarbij kunnen aanhaken. Ook vragen wij ons af waarom het college het meteen zo groots wil aanpakken. Er is al een digitale informatiepagina van de gemeente en alle plaatselijke instellingen onder de naam Digitale Stad Doetinchem. Waarom is het niet mogelijk om die verder uit te bouwen? Verder denken we dat de "digitale kloof" minder diep is dan het stuk ons wil laten geloven.
Wel kunnen we ons voorstellen dat de gemeente een brede discussie organiseert om instellingen en bedrijven bij elkaar te brengen. Daarbij kunnen dan de mogelijkheden en voordelen van een digitaal platform worden gepresenteerd.
Gemeentelijke herindeling
Een onderwerp dat de gemeentelijke gemoederen al enige tijd bezighoudt is de herindeling van de Achterhoek. Nu bijna overal in Nederland de kleinere gemeenten zijn opgegaan in grotere, zal ook onze regio anders moeten worden ingericht. De minister heeft de provincie Gelderland opdracht gegeven nog dit jaar de knoop door te hakken en dat zal niet meevallen. Veel leden van Provinciale Staten wonen juist in kleine dorpjes waar men gewoon wat huizen erbij wil kunnen bouwen en niemand zit te wachten op een fusie. Het zal voor hen lastig zijn om te kiezen tussen een korte termijnvisie voor het eigen gebied of een lange termijnvisie voor de Achterhoek.
In een vorig fractiebericht is uit de doeken gedaan waarom die gemeenten allemaal groter moeten. Deze keer willen we een aantal gedachten over hoe de regio eruit zou kunnen gaan zien neerzetten. We hopen daarmee onze lezers te prikkelen om met een reactie te komen.
- Geen annexatie, maar alleen samengaan wanneer dat iets toevoegt. Wanneer je van Doetinchem richting Ulft kijkt zie je een stedelijk gebied. Dat zou je kunnen versterken. Dat betekent dat je zou kunnen kiezen voor een fusie met de gemeenten langs de Oude IJssel. Natuurlijk willen die gemeenten dat niet zomaar, die moet je de voordelen laten zien. Bijvoorbeeld aanpassing van de Slingerparallel en een sneltram in de richting Gendringen. Dat lost veel verkeersbeweging op in dat gebied en maakt een Oostelijke Randweg helemaal overbodig. Woningcontingenten (en bedrijventerreinen) die nu alleen naar Doetinchem gaan zou je over die nieuwe gemeente kunnen verdelen. Er zou een gezamenlijke aanpak kunnen komen rondom werkgelegenheids- en minimabeleid. Ook kun je, door een hogere afdracht van het Rijk via het gemeentefonds, zorgen voor een goede (sociaal-)culturele infrastructuur. Kortom: concentratie van de stedelijke functie aan de ene kant, behoud van de landelijke, groene functie aan de andere.
- Klopt dat beeld wel? Op welke basis voeren we deze discussie? Het is niet zeker dat de financieringsmethodiek vanuit het Rijk dezelfde blijft. Dan kunnen we ons niet zomaar baseren op hogere inkomsten bij meer inwoners. Hebben we de burgers van een grotere gemeente rondom de Oude IJssel echt meer te bieden, kunnen we dat waarmaken? Kunnen we niet beter kijken of onze scholen, schouwburg en andere voorzieningen door samenwerking en samen delen met andere gemeenten in stand te houden zijn?
- De Toekomstvisie van Doetinchem, een voorloper van de Stadsvisie, ging uit van een beheersbare groei. Dat wil zeggen dat de werkgelegenheid moest meegroeien met het aantal inwoners. Dat was een goed uitgangspunt. Daarnaast zal het aantal inwoners van de Achterhoek, afgaande op prognoses van de provincie, in de toekomst nauwelijks toenemen. Dat betekent dat hetzelfde aantal inwoners alleen maar anders verdeeld gaat worden, over minder gemeenten dan nu het geval is. Voor die verdeling is de provincie verantwoordelijk. Die moet zorgen dat de onderlinge bereikbaarheid goed is en die is verantwoordelijk voor het openbaar vervoer. De provincie stelt het streekplan vast en gaat daarmee versnippering van het gebied tegen. De Achterhoek zou erop moeten kunnen rekenen dat ongewenste effecten, zoals het verder oprukken van de "overloop" vanuit Arnhem langs de A18, niet optreden en het landelijke karakter van de streek bewaard blijft. Kortom: de provincie heeft maar te zorgen dat het in orde komt.
Dit zijn, beknopt weergegeven, drie meningen uit fractie en achterban. Herkent u zich hierin of vindt u dat het heel anders moet? Laat het ons weten.
Afscheid van Frans
"Per 1 januari 2001 ben ik gestopt als raadslid. Dat is geen gemakkelijke beslissing geweest. Toen ik me kandidaat stelde voor de raad wilde ik een bijdrage leveren aan het dichterbij brengen van de politieke beslissingen bij de burgers van Doetinchem. Een opvatting die gelukkig bleek te worden gedeeld met meer leden van de raad. Tegelijkertijd moest ik constateren dat daartegen ook weerstand is. Het zogenaamde politieke primaat moet blijven, de politiek dient de beslissingen te nemen. Volgens mij is het hoognodig om na te gaan voor welke zaken dat nu echt geldt. Het openplan-proces Wijnbergen, de ontwikkeling van het Wijkontwikkelingsplan Oosseld en het Doetinchems MilieubeleidsPlan zijn voor het grootste deel ontstaan vanuit betrokkenheid van de bevolking. En in mijn ogen zijn die plannen er niet slechter van geworden.
Drie maanden geleden veranderde ik van werkkring, waardoor het helaas onmogelijk werd de vergaderingen van de commissie Welzijn te volgen. Het tijdstip van vergaderen, 16.00 uur, bleek niet te combineren met mijn werk. In het verleden hebben we vaak tegen die vergadertijd geprotesteerd. Als belangstellenden vrij moeten nemen om een vergadering bij te wonen komen ze minder snel terwijl we juist de openbaarheid zo belangrijk vinden. Het lijkt er nu op dat deze situatie gaat veranderen. Dat maak ik niet meer mee. Ik vind het erg jammer te moeten stoppen, maar voor de kwaliteit van het raadswerk is het beter dat een ander het overneemt. Ik wens Monika veel succes en heb er alle vertrouwen in. Ik blijf, weliswaar van grotere afstand, betrokken bij GroenLinks en zeg dan ook tot ziens!"