Inhoud: parkeerproblemen rondom ziekenhuis, rapport Elzinga, beslotenheid, Europaweg, artikel 19-procedures, voorschotje.

Parkeerproblemen rondom ziekenhuis

Bij het Slingeland Ziekenhuis zie je niet veel fietsenrekken. Dat is ook niet nodig, want slechts een enkeling komt met fiets of bus. Bijna iedereen neemt de auto met als vervelende bijkomstigheid dat er op bepaalde momenten te weinig parkeerruimte is en mensen gaan parkeren in de straten eromheen.

In een poging dat probleem op te lossen is er gesneden in de bezoektijden. Voor de korte termijn geeft dat misschien wat lucht, maar in de toekomst komen er op het terrein gebouwen bij, waardoor de parkeerdruk weer zal toenemen. Daarom is het ziekenhuis al enige tijd op zoek naar alternatieve parkeerruimte voor zijn personeel. In overleg met de gemeente werd het verouderde bestemmingsplan bekeken. Dat bleek parkeerplaatsen op het stukje grond tussen de 2e Loolaan, de Kelderlaan en de Kruisbergseweg toe te staan. Er zouden zelfs woningen kunnen worden gebouwd. Op het meer recente streekplan van de provincie wordt datzelfde gebied echter als agrarisch gebied omschreven en mag er noch geparkeerd, noch gebouwd worden. Het gaat om een verschil in interpretatie van enkele millimeters, met als gevolg dat de parkeerplaats op die plek niet doorgaat.

Wij hebben er steeds voor gepleit om het terrein groen te laten. Het is opvallend dat, waar eerder het rijk de Kruisbergse bossen beschermde door het Hietlandtracé af te blazen, hetzelfde nu weer gebeurt doordat de provincie ingrijpt. Kennelijk is het voor de gemeente moeilijker om voor groen te kiezen.

Het ziekenhuis moet nu op zoek naar alternatieven voor het tekort aan parkeergelegenheid. Wellicht is de bestaande ruimte optimaal te benutten door ondergronds of dubbeldeks parkeren. Misschien is het nog beter om met elkaar te gaan overleggen of er op termijn geen locatie te vinden is met meer ruimte voor het ziekenhuis. Wij denken dan aan een plek aan de Europaweg bij de A18. Dat zou het kwetsbare bosgebied echt rust geven.

Rapport Elzinga

In het vorige fractiebericht heeft u al iets kunnen lezen over het fenomeen "bestuurlijke vernieuwing". Daarmee probeert de overheid de politiek weer te laten aansluiten op de maatschappij. Sinds Thorbecke ons politieke bestel vorm gaf, is er in de opzet van het lokale bestuur nauwelijks iets veranderd. Maar de maatschappij is in die 150 jaar wel heel anders geworden. Om te onderzoeken of de leegloop van de politieke partijen en de lage opkomst bij verkiezingen misschien iets te maken zouden kunnen hebben met die tegenstelling, werd een commissie ingesteld.

Deze commissie Elzinga bestond niet alleen uit hoogleraren, er zaten ook nogal wat bestuurders in. Dat heeft invloed gehad op het resultaat. Er zijn vooral compromisvoorstellen uitgekomen, die voor veranderingen in het politieke handwerk moeten zorgen. In onze ogen is er teveel naar het eigen politieke bedrijf gekeken en naar kunstgrepen om dat weer acceptabel te maken voor de kiezers. De fundamentele vraag: "hoe gaan de burger en de politiek met elkaar om?" lijkt niet te zijn gesteld. Wanneer mensen zich anders dan via politieke partijen organiseren wil dat nog niet zeggen dat zij zich niet betrokken voelen bij de maatschappij. We zouden juist moeten zoeken naar andere vormen om die betrokkenheid om te zetten in beleid. Dat laatste onderdeel vinden wij in het rapport van de commissie Elzinga onderbelicht.

Hieronder een aantal zaken die na de volgende verkiezingen vrijwel zeker gaan veranderen:

  1. Op dit moment is het formeel zo dat de raad de baas is van de gemeente. De raad bepaalt het beleid en het college van burgemeester en wethouders voert dat uit. Maar in de praktijk zegt het college wat er moet gebeuren en mag de raad slechts instemmen en controleren. Straks is het zo dat het college formeel het bestuur vormt en dat de raad behalve volksvertegenwoordiging vooral controleur is. Ook kan de raad, voordat het college wordt geïnstalleerd, de kaders bepalen waarbinnen dat college moet werken, denk aan een soort regeerakkoord. Vervolgens bestuurt het college en controleert de raad.
  2. Nu zijn de wethouders raadslid en daarmee lid van hun fractie. Op die manier maken ze niet alleen deel uit van het orgaan dat beleid maakt, ze horen ook bij het orgaan dat dat moet controleren, eigenlijk controleren ze dus zichzelf. Dat kan niet en dat moet anders. Na de verkiezingen is een wethouder geen lid meer van raad en fractie. Het is voor de partijen zelfs mogelijk om een wethouder van buiten de raad te vragen. De wethouder is ook geen voorzitter meer van een raadscommissie. Zo moeten voor iedereen de taken duidelijk gescheiden zijn.
  3. Zoals het nu geregeld is zijn burgemeester en wethouders samen verantwoordelijk voor wat ze doen. Dat heet collegiale verantwoordelijkheid. In onze ingewikkelde samenleving zijn wethouders echter vaak specialisten. Die gedeelde verantwoordelijkheid komt dan niet altijd uit de verf.

In de toekomst is daarom voor de burgemeester nadrukkelijk een coördinerende rol weggelegd. Over een gekozen dan wel benoemde burgemeester is al wel veel gepraat, maar daarover zijn de meningen nog verdeeld.

Dit zijn, in een notendop, de belangrijkste aanbevelingen van de commissie Elzinga. Zeker is dat er het een en ander gaat veranderen. Hoe het precies gaat worden moeten we met elkaar ontdekken. De politieke partijen zullen in elk geval duidelijk moeten laten zien waar ze staan. Dat kan nooit kwaad.

Beslotenheid

Herinnert u zich de gevolgde procedure rondom de gemeentelijke herindeling nog? Eerst spraken raad en college erover in beslotenheid en vervolgens presenteerden burgemeester en wethouders hun interpretatie van die bijeenkomsten als de Doetinchemse visie aan de provincie. Dat alles voordat de raad er in het openbaar een debat over had kunnen voeren. Daarover maakten wij ons kwaad, omdat we vinden dat er op die manier een belangrijke stap wordt overgeslagen. We waren dan ook onaangenaam verrast toen dezelfde procedure zich leek te gaan herhalen.

Dit keer ging het over een onderdeel van de Stadsvisie.

De provincie wil daaraan meebetalen, maar alleen op basis van concrete projecten. Vage plannen worden niet gehonoreerd. Projecten als Hamburgerbroek en het Wijkontwikkelingsplan Oosseld zijn concreet genoeg. Anders ligt het bij de voorstellen in het onderdeel "Iedereen doet mee". Daarin is eigenlijk alleen het Digitale Web Doetinchem uitgewerkt, hoewel we in augustus vorig jaar al gevraagd hebben om uitwerking van meer "zachte" projecten. Toen de raad niet te porren bleek voor dat ene concrete project, ontstond er dan ook een probleem voor het college, dat op zeer korte termijn met zijn wensenlijstje naar de provincie moest.

Tot dan toe was de discussie openbaar geweest, nu belegde men opeens een besloten vergadering. Argument: de collegebehandeling kwam na de commissiebespreking, in plaats van andersom zoals gebruikelijk. Formeel ongetwijfeld correct, maar je kunt je, gezien de voorgeschiedenis, afvragen of het niet anders had gekund. De haast die erbij was en het tekort aan uitgewerkte alternatieven waren immers allang bekend. Nieuwe gezichtspunten waren er evenmin. Wij konden die beslotenheid dan ook niet plaatsen en vroegen daarom de vergadering openbaar te maken. Zodat het niet voor de tweede keer in korte tijd zou gebeuren dat de provincie hoort wat "Doetinchem" wil, zonder dat de inwoners ervan kunnen weten. De vergadering bleef besloten. Om die reden koos GroenLinks ervoor hem niet bij te wonen.

Overigens zouden dergelijke confrontaties zich in de toekomst wel eens vaker kunnen gaan voordoen. Wanneer het college het bestuur wordt, zoals voorgesteld door Elzinga, dan zal het bestuur zijn daden toch openbaar moeten verantwoorden opdat de raad kan controleren. Wellicht is het dan minder makkelijk om met dergelijke besloten procedures weg te komen.

Europaweg

Bij de aanpassingen van de Europaweg zijn fouten gemaakt. Bij protesten van omwonenden naar aanleiding van de toegenomen geluidsoverlast bleek de rotonde bij de Varkensweide niet in het bestemmingsplan te passen en de geluidsbelasting langs de hele weg veel te hoog te zijn. Daarop begon de gemeente een nieuwe bestemmingsplanprocedure om de aanpassingen te legaliseren. De raad drong erop aan om daarin ook maatregelen tegen geluidsoverlast op te nemen. Het college kreeg zelfs de opdracht daarbij "ruimhartig" te zijn en om zoveel mogelijk te doen om de ontstane overlast te beperken.

Intussen is het bestemmingsplan gewijzigd vastgesteld. Van de ruimhartigheid is alleen nog niet veel gebleken. De nu voorgestelde hoogte/ lengte van de geluidswal wijst eerder in de richting van een "knieperige" benadering. Tijdens de raadsvergadering gaf de wethouder aan dat voor extra maatregelen extra krediet nodig is. Wij vinden dat de gemeente moet zorgen voor een goede oplossing van de overlast, die ze zelf heeft veroorzaakt. Als daarvoor meer geld nodig is, dan zij dat zo.

Artikel 19-procedures

We kregen een vraag naar aanleiding van een bouwaanvraag voor een mast van Telfort bij het viaduct A18 ( bij de Peppelmansdijk) en over het artikel 19-verhaal dat eraan vastzit.

In het verleden hebben wij ons regelmatig verzet tegen artikel 19-procedures. Daarbij waren namelijk de inspraaktermijnen ingekort wat de procedure versnelde, maar tegelijkertijd de gelegenheid voor inspraak beperkte. Met ingang van de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening is de artikel 19-procedure zo veranderd, dat hij alleen nog recht op voorrang bij de behandeling geeft. De termijnen zijn even lang als in het normale traject.

Bij de Telfortmast gaat het om een aanvraag in het bestemmingsplan Buitengebied 2000, dat op dit moment door de provincie wordt aangepast en (straks) ook bouwwerken als masten en dergelijke mogelijk maakt. Totdat die aanpassing een feit is geldt, als een soort overgangsregel, dat de artikel 19-procedure verplicht is. Het feit dat het bestemmingsplan Buitengebied een en ander toelaat, maakt dergelijke bouwsels lastig tegen te houden. We hebben in de raad gevraagd of het college aanvragen als deze "met stip" onder de aandacht van de burgers wil brengen, maar het college stelde, terecht, geen bijzondere selectie te kunnen aanbrengen in de informatie op de gemeentepagina. Goed opletten is het enige dat we kunnen aanraden.

Voorschotje

Tijdens onze ledenvergadering toonde Hans Jungerius ons, met een diaserie gebaseerd op een fietstocht, zijn visie op Doetinchem. Het gebrek aan identiteit is onthutsend. Doetinchem lijkt volledig inwisselbaar met andere, vergelijkbare, steden in Nederland. Misschien geven de plannen rond Ruimzicht ons een kans om daaraan iets te doen.