Door: Frans van Doesum
Doodstil was het, op weg naar het station in Terborg. Vanuit Gaanderen liepen mijn vrouw en ik door de stille zaterdagmorgen. Totdat we bij het station het hoekje van de fietsenstalling om kwamen: tweehonderd man op z’n minst. De hesjes van de FNV en de shirts van de andere bonden lieten er geen misverstand over bestaan, waar die 200 heen gingen. De machinist van de binnenrijdende trein stak zijn duim op. Zijn collega uit de tegenovergestelde richting deed zijn handen voor zijn ogen bij het zien van zo’n menigte op zo’n klein stationnetje. Een enkele verbaasde shopper voor Arnhem wurmde zich met ons in de al overvolle trein uit Winterswijk.
Ik belde mijn GroenLinks-maatjes op het Doetinchemse perron: het is al erg vol in de trein. Toen kwam het perron van Doetinchem langsglijden. Er ging een gejuich op in de trein toen we de massa zagen aanzwellen tot minstens twee keer een trein vol. Mijn mede-GroenLinksers konden helaas niet meer mee met deze trein. Ik zou ze pas in Amsterdam ontmoeten.
Bij elk van de zes volgende Syntus-stations herhaalde zich het tafereel. Zes keer verbaasde blikken bij de wachtenden, zes keer ongelovige kreten in de trein: we zijn met heel veel. In de trein bouwde zich de sfeer van verbroedering en solidariteit op, in gesprekken die we voerden met bouwvakkers en gemeentearbeiders.
In Amsterdam verliet een onafzienbare stroom demonstranten het station Amstel. Een van mijn inmiddels gevonden partijgenoten uit Doetinchem hield met haar GroenLinksvlag de boel een beetje bij elkaar: een baken voor ons, provincialen in de hoofdstad. Langzaam sjokken we in de massa naar het doel van onze tocht: het Museumplein. Onderweg genieten van de creativiteit: een demonstratiebord in de vorm van een straatnaambord: “J.P.Ga weg”, een spandoek met: “Het is kut zonder VUT”. Muziek en spreekkoren. Aanwezigheid van veel maatschappelijke organisaties: PvdA, GroenLinks, SP, internationale socialisten, FNV Bondgenoten, AOB. Van het CNV krijgen we een paars sjaaltje. Van de SP een stroopwafeltje: we delen de koek. Soms begint er zomaar iemand tegen je te praten over ziektewet, WAO of weduwengeld. Schrijnende verhalen. Hoe is daar nog op te bezuinigen? Stoere mannen die vertellen over 30 jaar werk in de bouw en bijna kapotte ruggen. Hoe moet dat verder tot hun 65e? Ik denk aan de smalle marges die we in de gemeenteraad van Doetinchem hebben om minima te ondersteunen: kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, aanmoedigingspremies bij vrijwilligerswerk door mensen met een uitkering, maar ik denk ook aan de afgeschafte gesubsidieerde banen van schoolconciërges en kringloopmedewerkers. Iemand zegt tegen me: “Waarom moet dat miljoenenhuis van Heinsbroek voor 52% door de staat gesubsidieerd worden?”
Intussen SMS’t mijn dochter vanaf thuis (ze is ziek en had eigenlijk dolgraag mee gewild) de tussenstanden door: “de radio meldt 65.000, en nog duizenden in de trein.” “100.000!, goed hè.” “ Ze verwachten 200.000 en meer.”
Dan begint Doekle Terpstra vanuit de immense sprekerstent. Hij spreekt over solidariteit tussen oud en jong, tussen arm en rijk, tussen allochtoon en autochtoon. Het gaat erin als de bijbel in een ouderling. De meneer van de mede-organiserende MHP boeit niet zo. Dan Lodewijk. Lodewijk de Waal. Hij is een echte. “Willen wij dat?” De menigte antwoordt voorspelbaar en schreeuwt om actie. Maar hij maakt ook een opening: “Als de regering langs wil komen, is ze welkom.” ‘s Avonds op het journaal hoor ik dat De Geus dat ziet als een opening naar nieuw overleg. De Waal reageert gevat dat hij alleen wil overleggen, als er ruimte is voor concessies van de regering.
Het is een noodzakelijk ritueel, zo’n demonstratie. Aantallen maken indruk en daarom is het belangrijk dat je komt. Door de massale opkomst is dit óf het begin van een beter sociaal compromis óf het begin van het einde van Balkenende II. Het laatste hoop ik.