Afhankelijk van een uitkering zijn, kan iets doen met je eigenwaarde. Daar kan het gevoel bovenop komen, dat je moet meewerken aan absurde eisen, omdat je anders in je bestaanszekerheid wordt bedreigd.
Bijdrage van Karen Kamps.
Met Martijn Akkerman (fictieve naam) heb ik Laborijn bezocht. Martijn ontvangt via Laborijn een uitkering.
Aanleiding is de brief van Laborijn over de taaleis, waar nog niet zolang geleden tumult over ontstond.
Laborijn had met deze brief de twijfelachtige eer om de aandacht van de landelijke media te trekken, waaronder het Algemeen Dagblad. Zelf werd ik na aanleiding van een eerder geplaatst bericht op mijn persoonlijke facebookpagina, gebeld door omroep MAX.
Niet de taaleis, maar vooral de manier waarop mensen zijn benaderd, werd als zeer pijnlijk ervaren. Als je moet bewijzen dat je het taalniveau van groep 8 van de basisschool beheerst en gedreigd wordt dat je uitkering ingetrokken wordt, als je (zonder bewijs) niet mee werkt aan een taaltraject, dan kan dit als heel vernederend ervaren worden.
Van veel mensen was dit al bekend, maar het nare is dat met name oudere mensen geconfronteerd werden met deze brief. Laborijn bestaat nog niet zolang. Je zou verwachten dat deze informatie daarvoor al via de gemeenten bekend had moeten zijn, maar dat was kennelijk niet bij iedereen het geval.
Afhankelijk van een uitkering zijn, kan iets doen met je eigenwaarde. Daar kan het gevoel bovenop komen, dat je moet meewerken aan absurde eisen, omdat je anders in je bestaanszekerheid wordt bedreigd.
Je bent niet alleen uitkeringsgerechtigde, hierachter gaat ook een mens schuil. Standaardbrieven die zoiets fundamenteels raken als je moedertaal, iets wat voor jou vanzelfsprekend is en wat deel uitmaakt van je identiteit, zijn kwetsend.
We willen in deze tijd graag, dat we als individu behandeld worden. Tegelijkertijd verwachten we van organisaties als Laborijn dat ze iedereen dezelfde rechten en plichten toekennen. Dat kan behoorlijk botsen.
Het is de bureaucratie in de vorm van protocollen en voorschriften die gelijkheid garandeert, maar daarmee geen medemenselijkheid. Empathie en oplossingsgericht werken is het ideaal, maar daarvoor moet wel ruimte gegeven worden binnen wet en regelgeving.
Prettige uitkomst van het gesprek deze middag is, dat voor Martijn het op zo’n manier door Laborijn wordt afgehandeld, dat hij met een goed gevoel weer naar huis kon.
Tegelijkertijd is mij verzekerd dat mensen die écht niet aan de taaleis kunnen voldoen, ondanks wederzijdse inspanning, geen gevaar lopen om hun uitkering te verliezen.
Ook gaat Laborijn op zoek naar manieren om naast de brieven, op een andere wijze te communiceren. Een manier zou kunnen zijn, om via huis aan huisbladen te berichten. Maar alle bruikbare tips zijn meer dan welkom. Ik geef ze met alle liefde door.