Door: Margit Bouman
Het woord ‘dialoog’ is denk ik deze week vaker gebruikt dan ooit.
Ik zocht het woord dialoog vanmorgen op in het woordenboek. Wat betekent dat nou eigenlijk precies dialoog. Het is heel simpel: dialoog betekent: tweespraak.
Dit in tegenstelling tot het woord monoloog. Dat betekent alleenspraak.
In de toneelwereld worden de woorden dialoog en monoloog veel gebruikt.
Als twee mensen met elkaar praten noemen we dat een dialoog. Als één persoon in zijn eentje een heel verhaal houdt noemen we dat een monoloog.
Ik heb ooit meegedaan met een toneelstukje, waarbij we de opdracht kregen om een gesprek met elkaar te voeren, waarbij we ieder aan ons eigen onderwerp vasthielden, maar waarbij het LEEK alsof we naar elkaar luisterden.
Wat ik er maar mee wil zeggen: je kunt zogenaamd met elkaar praten, zonder dat je écht naar elkaar luistert. Ieder vertelt zijn eigen verhaal. En daar blijft het dan bij.
In de afgelopen week is het woord dialoog erg vaak gevallen in de media, maar ik heb vooral monologen gehoord, op de t.v., op de radio en in de kranten.
Iedereen heeft wel een mening. En veel mensen hebben deze week van dat recht op vrijheid van meningsuiting gebruik gemaakt.
Jazeker, ook ik vind het heel erg belangrijk: die vrijheid van meningsuiting.
Maar alleen met die vrijheid van meningsuiting zijn we er nog niet. Dat is pas het begin. Want als we allemaal alleen maar onze mening uiten en het daarbij blijft. Dan krijgen we alleen maar twee meningen die tegenover elkaar staan. Dan krijg je wat we noemen ‘hullie tegen zullie, dat betekent: . “Zij tegenover Wij”. Dan krijgen we dus twee kampen. De voorstanders en de tegenstanders. En als dat langer zo doorgaat, dan krijgen we oorlog. Want op een gegeven moment wil één van de beide partijen winnen.
Om dat te voorkomen hebben we dus de dialoog. We gaan met elkaar in gesprek. En daarbij zeggen we dan niet alleen aan elkaar wat onze mening is. Nee, we luisteren ook echt naar elkaar. We proberen elkaar te begrijpen. We hoeven het niet persé met elkaar eens te worden, maar we begrijpen een beetje waarom de ander anders denkt. Hoe dat komt en waarom dat belangrijk is voor die ander. En dat gebeurt dan wederzijds.
We gaan dus een stapje verder dan alleen maar tegen elkaar zeggen wat we denken.
De dialoog is al een beetje via de email begonnen.
Voor het eerst van mijn leven rolden deze week meningen van moslims in mijn mailbox. Daardoor kon ik een beetje meekijken in de belevingswereld van mensen waar ik tot nu toe weinig contact mee had, moslimmensen.
Wat mij aangreep was toen ik las dat iemand schreef:
“Er is veel kritiek op de Islam, maar eigenlijk weet ik nog steeds niet wat dat allemaal is. Hoofddoeken? is men bang voor een hoofddoek? Vrouwenbesnijdenis? Komt niet voor in de Islam, wel in Somalië vanwege invloeden Afro-cultuur. Dat men slecht Nederlands spreekt? De 2e en 3e generatie spreekt beter Nederlands dan de Nederlanders zelf”
Het feit alleen al dat we van elkaar eigenlijk niet eens weten wat de kritiek op elkaar is. Dat is toch al een teken aan de wand dat we nog nooit echt naar elkaar geluisterd hebben?
Ik heb deze week geprobeerd om niet alleen maar kritiek te hebben op anderen, maar vooral te kijken naar mijzelf. Wat kan IK anders doen, om een bijdrage te leveren aan onze gezamenlijke samenleving? Ik ben tot de conclusie gekomen dat ik minder voorzichtig moet worden met het geven van mijn mening. Uit respect, maar misschien ook wel een beetje uit angst, ben ik geneigd om sommige onderwerpen maar niet bespreekbaar te maken. Als ik in de moslimgemeenschap sommige vragen stel, wordt ik dan niet weggestuurd? Mag ik dan ooit nog terugkomen? Zo heb ik tot nu toe gedacht. Deze week dacht ik: als ik, als mens die WEL respect heb voor mensen die anders denken dan ik en die WEL respect heeft voor andermans culturen. Als ik mijn mond houd en niet in gesprek gaat over deze onderwerpen, dan geef ik mensen die geen respect hebben , voedingsbodem om de dingen ongenuanceerd en met afschuwelijke scheldpartijen te brengen. En dat laatste dat moet volgens mij ook stoppen. Dat heeft niets met vrijheid van meningsuiting te maken, maar gewoon met normen van goed fatsoen.
Wat zijn dan voor Nederlanders belangrijke dingen om met u over in dialoog te gaan. Ik zal u er een paar noemen, waar Nederlanders zich bezorgd over maken:
De feiten zijn volgens vele Nederlanders dat er meer allochtone jongeren in de criminaliteit belanden, dan Nederlandse jongeren.
Als zich in de stad grote groepen allochtone jongeren verzemelen, gaat daar een dreiging van uit. Dat is natuurlijk ook zo bij grote groepen Nederlandse jongeren, maar die versta je tenminste als ze je iets naroepen. Begrijpt u het verschil? Als een Nederlandse jongere mij naroept, kan ik het verstaan en weet ik of hij een grapje maakt of dat hij mij uitscheld. Als een allochtone jongere mij naroept, heb er geen idee van wat hij zegt.
De blijf van mijn lijfhuizen zitten vooral vol met allochtone vrouwen.
Er worden in dit land veel moorden gepleegd met de bloedwraak als motief.
De 2de en 3de generatie allochtonen spreekt inderdaad goed Nederlands, maar door de gezinshereniging blijven er eerste generatieallochtonen binnenstromen. Er zijn daardoor nog steeds veel allochtone vrouwen, die geen enkel contact hebben met de Nederlandse samenleving, terwijl zij wel kinderen opvoeden, die wel van die samenleving deel uit maken.
Er blijven nog steeds verschillende werelden naast elkaar bestaan in dit land, daardoor worden we niet één samenleving. Daardoor krijg je een splitsing in de samenleving. Hoe groter de kloof tussen die twee werelden, hoe bedreigender dit probleem wordt..
Daarom is het belangrijk om daarover met elkaar in gesprek te gaan, om samen naar oplossingen te zoeken.
Ik heb nog niet uitgezocht hoe de cijfers precies in elkaar zitten en of de dingen die mensen zeggen echt de feiten zijn. Maar als ze niet blijken te kloppen, dan moeten we daar met elkaar achter zien te komen en ze weerspreken. Er voor zorgen dat mensen weten dat de feiten in werkelijkheid anders zijn.
In elk geval ben ik ervan overtuigd dat wanneer we samen oplossingen vinden voor de echte problemen, er geen enkele Nederlander zich nog druk zal maken of u een hoofddoek draagt of niet, of u uw vrouw uit Turkije haalt of wel of niet leeft volgens de regels van de Koran. Als uw levenswijze namelijk geen nadelige gevolgen heeft voor onze samenleving, dan ontdekt u misschien eindelijk wat wij Nederlanders bedoelen met dat we zo tolerant zijn. Want ik kan begrijpen dat u daar tot nu toe nog weinig van gezien heeft.
Ik roep u op om met ons in gesprek te gaan en om samen, met respect voor elkaars cultuur, te zoeken naar oplossingen voor een betere samenleving voor ons allemaal.